Ouderenzorg in Rotterdam is niet alleen nu al fors in beweging, maar zal op korte termijn nog veel sneller en ingrijpender wijzigen. Kernbegrippen zijn meer zelfmanagement door ouderen zelf, vergaande innovatie met zorg op afstand en versterking van sociale zelfredzaamheid.
Om te beginnen een paar feiten: met 14% ouderen in de Rotterdamse bevolking kun je niet spreken van een grijze stad. Dit aandeel zal stijgen naar 18% in 2030, vooral in het segment 65-75 jaar. Wat de populatie vooral bijzonder maakt is de grote diversiteit aan culturele achtergronden. Economisch gezien hebben ouderen het goed ten opzichte van andere groepen. Wel ondervinden ook zij inmiddels wel wat gevolgen van de crisis, maar relatief minder. Politiek gezien is de vraag wat de deelname van diverse ouderenpartijen in de stad aan de komende gemeenteraadsverkiezingen teweeg zal brengen. In ieder geval meer aandacht voor het thema van de ouderenzorg.
De grootste ontwikkeling is misschien wel de andere manier waarop ouderenzorg wordt gewaarborgd. De bezuinigingen op de ouderenzorg liegen er niet om, daar moeten we eerlijk over zijn. Een paar financiële cijfers:
Kosten van zorg en ondersteuning bedragen in Rotterdam gemiddeld € 7000 per jaar ofwel 20% van het inkomen, voor een substantieel deel van deze uitgaven zijn dat ouderen. De afgelopen jaren zagen we een gestage groei met sinds kort een trendbreuk met de (voorlopige) stabilisering kosten van Zorgverzekeringswet, de aankondiging van de decentralisatie AWBZ met daarbij aanzienlijk minder uitgaven aan welzijn en aan huishoudelijke hulp. In onderstaand tabelletje de totale uitgaven op een rij, waaruit blijkt dat de gemeenten niet de hoofdrolspeler is als het gaat om de bestedingen van de beschikbare middelen.
Zorg en ondersteuning Rotterdam | % | Kosten peil 2011 |
1. Zorgverzekeringswet | 45 % | € 875 mln |
2. AWBZ | 40 % | € 825 mln |
3. Wmo | 15 % | € 300 mln |
Totaal | € 2 mld |
Hier komt bij dat de gezondheid van ouderen verder toeneemt. De leeftijdsgrens waarop je oud bent, schuift op. Ouderen zijn steeds vitaler. Kortom er komen meer ouderen (demografische ontwikkeling) die met hetzelfde of een kleiner budget moeten worden bediend. Ouderen wonen daarnaast langer zelfstandig en vragen een aanbod op maat gesneden in al hun diversiteit. Het aantal plaatsen in het verzorgingshuis (ZZP1-2 en straks ook 3) neemt snel af. De lokale overheid krijgt meer zorgtaken door decentralisatie en wordt daarmee een grotere speler. Ook de begeleiding van ouderen (PG of somatische beperkingen) komt onder regie van de gemeente. Vaker zal een mix van zorg- en welzijnsaanpak nodig zijn met een grotere inzet van burgerkracht (informele en familienetwerken). Veel veranderingen in korte tijd.
Om dit goed te organiseren is een netwerkbenadering nodig waarbij alle niveaus in verbinding staan met elkaar, van het individu en zijn familie en vriendenkring, straat en wijk tot specialistische zorg aan toe. Belangrijke schakelende rol daarin is wat Rotterdam betreft weggelegd voor het wijkteam voor Maatschappelijke Ondersteuning dat vindplaatsgericht werkt, de vraag verheldert en kortdurende ondersteuning biedt geïntegreerd met welzijn. Alles gericht op het welbevinden van de Rotterdammer en op alles dat de gezondheid positief beïnvloedt. Gebaseerd op diverse studies en ervaringen elders in het land lijkt de schaalgrootte van een wijk van ongeveer 10.000 inwoners het best te werken. Daarom de keuze voor die schaal en de 55 teams, hybride samengesteld (gemeente, werkveld)
Belangrijk daarbij is de inzet van vooral generalisten met basis-expertisegebieden die uitstijgen boven die van de zorg alleen (versterken eigen kracht, lichamelijke, verstandelijke en geestelijke beperkingen, zorg, activering, werk, inkomen, schulden en huisvesting). Tweede succesfactor is het organiseren van doorzettingsmacht voor professionals om ook langdurige zorg in te kunnen zetten.
Grootste risico is dat het wijkteam taken overneemt die reeds voorhanden zijn. Zo zal het wijkteam zich steeds moeten vergewissen wat andere partijen reeds leveren. Zo zijn burgerkracht en welzijn fijnmazig en overal anders tastbaar in vele bewonersinitiatieven, informele netwerken, in allerlei vormen van vrijwilligerswerk en in algemenere wijkvoorzieningen als buurthuizen, sportclubs en drempelloze dagbesteding. Maar ook het preventieve gezondheidszorgaanbod met leefstijladviseurs en bewegen voor ouderen zullen in belang toenemen. Voor menige oudere is de huisarts de centrale figuur. Samenwerking met de eerstelijns gezondheidszorg met naast de huisarts ook de Poh ouderenzorg, wijkverpleging, fysiotherapie is onontbeerlijk.
We zijn op weg naar die betere organisatie, maar die kan nooit slagen als we niet accepteren dat we sociale risico’s moeten blijven nemen. Zonder het nemen van die sociale risico’s is behoud van vitaliteit niet mogelijk. Een belangrijke notie die helaas weinig aandacht krijgt, omdat het iets is dat mensen niet willen horen en het dus een flinke dosis moed vergt om dit wel uit te dragen. Natuurlijk is het nodig dat te doen wat wat kan om risico’s aan te kunnen. Denk aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van instrumenten voor het signaleren en opvolgen van extra risico’s die ouderen lopen in de zelfstandige woonsituatie. Hierin zal technologie een grote rol kunnen spelen. Van allerlei E-healthtoepassingen om de gezondheid en het welbevinden te verbeteren tot domotica, videocirkels, telemonitoring, om de fysieke woonomgeving te ondersteunen. Maar ook inzet van social media om de netwerken rondom ouderen te versterken.
Ook een beter gebruik van (resterende) sociale en vitale competenties van ouderen en training daarvan is een groot punt van verbetering. Ook ouderen willen waar ze dat kunnen blijvend actief zijn in de samenleving en van nut zijn. Ook de rollen van professionals en instellingen (zorg, welzijn) veranderen fundamenteel in een rap tempo. In samenwerking met het onderwijs zullen deze nieuwe rollen ook handen en voeten moeten krijgen. Tot slot hebben we nog huiswerk te doen om zelfredzaamheid van ouderen zo transparant en bruikbaar te definiëren dat deze ook betrouwbaar is en ondersteund wordt door direct toepasbare methoden en instrumenten voor frontlijnprofessionals.
Samengevat innovatie is een belangrijke marsroute die we als gemeente willen inzetten om de gezondheid en het welzijn van Rotterdammers te verbeteren en een effectief, efficiënt en duurzaam stelsel van zorg- en ondersteuning te bewerkstelligen. En alles is er al! Kijk bijvoorbeeld op kickstarter.com om te zien wat er allemaal doorlopend al wordt gerealiseerd met behulp van crowdfunding en maak het zelf mede mogelijk. Het staat klaar voor gebruik, maar de massa en de sociale toepasbaarheid ontbreken nog voor een veel grotere inzet van de innovaties.
Een paar voorbeelden die de weg wijzen (en daarvan zijn er vele meer). E-health wordt steeds belangrijker. Een voorbeeld is Silverfit. Dit is een soort van WII- applicatie voor ouderen om hen te stimuleren te bewegen, maar ook aan digitale dossiers en het web-based beheren van het eigen dossier. Ook wordt op sites als wehelpen.nl met social media vraag en aanbod bij elkaar gebracht als het gaat om zorgen voor elkaar. Ander voorbeeld is De Tamboerijn. Hierbij werd de techniek van Skype gebruikt om burgers te ondersteunen in de regio Rijnmond. Zo’n 30 ouderen van gemiddeld 78 jaar oud met het predicaat ‘kwetsbaar’ leerden omgaan met beeldtelefonie met als doel contact tussen ouderen onderling en tussen ouderen en zorgprofessionals makkelijker te laten verlopen. De motivatie van ouderen om mee te doen in het project was vooral om bij te blijven; net als jonge mensen meedoen in de nieuwe technieken. De meest behoudende partij in dit project bleken de zorgprofessionals, zij vreesden hun werk hierdoor te verliezen. De belangrijkste succesfactoren voor dit project? Scholing en vooral gemotiveerde mensen die eigenaar willen zijn van het project. Derde voorbeeld: Granny’s Finest, designers die hun boterham voor hun breisels verdienen door oma’s deze te laten produceren op locaties in verzorgingstehuizen, open voor een ieder die mee wil doen, mits tot breien in staat. Alle reden tot optimisme, grote uitdagingen en kansen te over voor ondernemers zoals hier in de zaal van VNO NCW West Zorgpower.
Mijn vijfpuntenplan samengevat op een rij:
1) We moeten niet alleen maar praten over zorginnovatie, we moeten het vooral gaan doen. Dat zei ik de vorige keer en dat meen ik nog steeds. Vandaag ziet u hoe we het doen, aan de hand van de voorbeelden die de sprekers na mij bij u introduceren.
2) Samenwerking tussen partners stimuleren, in contact brengen met de (toekomstige) gebruikers
3) Veel voorbeelden op het gebied van e-health komen uit de medisch-specialistische sfeer. Wij moeten werken aan een vertaalslag naar het sociale domein, waarin minder uitgewerkte en onbetwiste standaarden bestaan. Ook willen we technologische innovatie vaker toepassen in de wijk en in de thuissituatie van mensen. Hoe concreter en beter betrokken de eindgebruikerswensen zijn, des te lager de drempel.
4) Grootschalige inzet van technologie draagt bij aan het realiseren van belangrijke zorgdoelen van de gemeente Rotterdam, zoals het meer inzetten op preventie en zelfmanagement van de burger. Het ontwikkelen van een digitaal instrumentarium zoals de Digitale VraagWijzer – een digitaal vraag-en-antwoord-systeem rond de WMO – kan bijdragen aan het realiseren van de Rotterdamse doelen op gebied van gezondheidszorg.
5) Burgerkracht mobiliseren door een grotere inzet van kortdurende ondersteuningsvormen, gericht op het versterken van de sociale zelfredzaamheid.